Snoeien is de meest tijdsintensieve maar ook belangrijkste taak bij het onderhoud van fruitbomen. Een fruitboom is een cultuurplant en geen natuurlijke plant, dus is het belangrijk om hem tijdens zijn hele levensduur te begeleiden met een aangepaste snoei. Afhankelijk van de vorm die je kiest, zul je meer of minder moeten snoeien.
Waarom snoeien?
In eerste plaats snoei je voor de gezondheid van de boom of struik. Daarom snoei je kruisende en schurende takken altijd als eerste weg. Deze takken maken wonden die de toegangspoorten zijn voor schimmels en ziektes. Ook sterk verticaal groeiende takken snoei je zo veel mogelijk weg. Zo breng je meer licht en lucht in de boomkruin. Daardoor geef je schimmels, die dol zijn op vochtige en donkere omgevingen, minder kans om te kiemen.
Voldoende lichtinval is ook belangrijk voor de aanmaak van bloemknoppen en voor het afrijpen van de vruchten. Als je niet snoeit, zul je alleen op het uiteinde van de takken vruchten kunnen oogsten. Door te snoeien zorg je voor de ontwikkeling van vruchthout binnenin de boom. Bovendien kun je de boom langer in productie houden door het vruchthout te verjongen. Is productie niet je hoofddoel, pas dan een minimale snoei toe door dode of zieke takken weg te halen.
Tenslotte helpt snoeien om een bepaalde vorm te ontwikkelen. Bij laag-, half- en hoogstammen manipuleer je de boomvorm niet drastisch. Hierbij streef je vooral naar een evenwichtige, open boomkroon met stevige gesteltakken. Bij leifruit en fruithagen manipuleer je de vorm veel sterker. Je zult dus jaarlijks wat snoeiwerk hebben om de boom in de gewenste vorm te houden.
Wanneer snoeien?
Snoeien doe je zowel in de winter als in de zomer, afhankelijk van de fruitsoort en het doel van de snoei.
Winter: groeistimulerende snoei
Als je fruitbomen in de winter snoeit, dat wil zeggen van zodra alle bladeren gevallen zijn tot wanneer de knoppen uitlopen, stimuleer je scheutvorming. De sapstroom van de boom is op dat moment terug aan het stijgen. Takken die je inkort, zullen vertakken en sterk terug groeien, terwijl er rond de snoeiwonden van de scheuten die je wegneemt waterlot of sterk verticaal groeiende scheuten ontstaan. Hoe vroeger je snoeit in de winter, hoe sterker de groeistimulans.
Zomer: groeiremmende snoei
Als je in de zomer snoeit, van half juli tot half september, rem je de scheutvorming. De sapstroom is dan dalend, waardoor de takken die je wegneemt niet terug groeien en er geen waterlot rond de snoeiwonden ontstaat. Een heel belangrijke reden om in de zomer te snoeien is het vlotte wondherstel. Fruitbomen zijn in de zomer, in tegenstelling tot in de winter, actief waardoor ze de wonden beter afgrendelen.
Een andere reden om voor zomersnoei te kiezen is het feit dat er extra voedingstoffen beschikbaar komen voor de rijpende vruchten door takken met bladeren weg te snoeien. Bovendien valt er zo ook meer licht op de vruchten. In de zomer zie je duidelijk waar meer lichtinval in de boomkruin nodig is en haal je er gemakkelijk die takken uit die voor te veel schaduw zorgen.
Je hoeft het zeker niet bij één snoeimoment te houden. Ingrijpende snoeiwerken kun je spreiden over de winter en de zomer. Welke periode van het jaar je ook snoeit: snoei bij droog weer. Als het regent is het risico op infectie van de snoeiwonden veel groter.
Zomer of winter, je snoeit nooit:
- bij regen: risico op infectie van de snoeiwonde
- als het vriest
- bij bladopbouw, want bladgroei vraagt te veel energie
- bij bladval, want energiereserve stockeren vraagt te veel energie
Snoei per fruitsoort
- Pitvruchten (zoals appels en peren) verdragen zowel winter- als zomersnoei, afhankelijk van het doel van de snoei.
- Steenfruit (pruimen, kersen) vereisen vaak minder snoei dan appel en peer. Perzik is daarop een uitzondering: die vraagt een regelmatige onderhoudssnoei omdat de plant enkel fruit draagt op nieuw hout. Om besmetting met loodglans te voorkomen, snoei je steenfruit beter in de zomer dan in de winter. Als je toch zou snoeien, doe je dit het best net voor de bloei in maart.
- Walnoot snoei je nagenoeg niet en zeker niet in de winter.
- Bessenstruiken moet je regelmatig verjongen, want de vruchtvorming vermindert met de ouderdom van de takken. Snoei daarom vooral in de winter.
- Klimmers (kiwi, kiwibes en druiven) zijn sterke groeiers. Zowel een winter- als zomersnoei is nodig om het gewas onder controle te houden.
Snoei per levensfase
Zomer- of wintersnoei hangt ook nauw samen met de levensfase van jouw fruitboom. Door takken in te korten stimuleer je de groei. Dus dat doe je vooral bij jonge of juist zeer oude bomen. Bij volwassen bomen neem je takken daarentegen vaak helemaal weg. Een te sterke groei is in die levensfase immers niet gewenst, want dan is fruitproductie het belangrijkst.
Levensfase – Prioriteit – Benaming – Wanneer
- Jonge boom – Prioriteit: groei – Benaming: vormsnoei, takken inkorten – Wanneer: winter
- Volwassen boom – Prioriteit: fruitproductie – Benaming: onderhoudssnoei: takken wegnemen – Wanneer: zomer
- Oude of verwaarloosde boom – Prioriteit: groei, herstel vorm – Benaming: herstel- of verjongingssnoei: grote takken en vruchthout wegnemen – Wanneer: zomer en winter
Hoe snoeien?
Maak een goede snede
Bij het snoeien maak je open wonden; die kunnen dienen als toegangspoorten voor ziektes. Snoei daarom altijd zo dat de ontstane wonden zo snel mogelijk kunnen genezen. Als je een tak inkort, snoei dan een halve centimeter boven een naar buiten wijzend oog, in een schuin vlak naar beneden, weg van het oog. Zo kan het regenwater van de wonde aflopen en blijft de wonde droog. Knip je te dicht bij het oog, dan kan het oog indrogen en zal het niet uitlopen. Knip je te ver van het oog, dan kan het stompje rotten en trekt het schimmels aan.
Als je een tak wegneemt, let dan op dat je de tak of stam waarop hij ingeplant staat niet beschadigt. Houd daarom je snoeischaar zo dat het scherpe deel van het mes tegen de tak aanligt die behouden blijft.
Bij dikke takken let je op dat je de takkraag niet beschadigt. Daar bevindt zich immers belangrijk weefsel voor een goede littekenvorming. Om een dikke tak weg te zagen, neem je het best eerst een deel van zijn gewicht weg. Zo voorkom je dat de tak onder zijn eigen gewicht afbreekt en een rafelige wonde maakt.
Een zware tak wegnemen in drie stappen:
- Inkeping onderaan de tak (10 cm voorbij de takkraag).
- Zaag 10 cm verder het gewicht van de tak weg.
- Zuivere zaagsnede loodrecht op de tak.
Gebruik degelijk materiaal
Gebruik scherp en schoon materiaal als je snoeit. Takken tot 1,5 cm diameter knip je met een snoeischaar. Neem bij voorkeur een schaar met papegaaienbek; die heeft twee snijdende vlakken en maakt een mooiere snijwonde dan een aambeeldschaar met één snijdend vlak. Voor grotere of hogere takken kun je een takkenschaar nemen. Voor de allerdikste takken gebruik je een handzaag. Dit is geen gewone zaag. De tanden staan ver uit elkaar, waardoor ze goed in het hout grijpen. Ontsmet altijd goed met zuivere brandalcohol (bijvoorbeeld ethanol) of 5% oplossing van Dettol.
Vlot wondherstel
Hoe kun je jouw fruitboom helpen met zijn wondherstel? Door ervoor te zorgen dat de natuurlijke wondreactie zo vlot mogelijk verloopt. Maak dus eerst en vooral dat je boom gezond is ok het snoeitijdstip is van groot belang. In de zomer start het wondherstel meteen, terwijl wondherstel in de winter veel langer duurt.
Omdat vlot wondherstel zo belangrijk is, kun je verleid worden om een wondafdekmiddel (latex of hars) te gebruiken. Maar deze middelen berokkenen dikwijls meer schade dan dat ze goed doen. Doordat ze de afvoer van vocht verhinderen, blijft de wonde vaak veel te vochtig waardoor ze begint te rotten. Bij zieke bomen of bij grote wonden die moeilijk dichtgroeien, kun je het gebruik van Lac Balsem overwegen. Die grendelt de wonde niet fysiek af, maar stimuleert het weefsel dat de wonde overgroeit.
Je kunt grote wonden ook verzorgen met propolistinctuur om aantasting door vruchtboomkanker te voorkomen.
Bron: velt.nu